Van Schilfgaarde Interieur

Het afgelopen jaar waren veel mensen thuis en kregen ze zin om het gezellig te maken in huis. Dat werkte in ons voordeel. We hebben daardoor veel verf en behang verkocht.

Je moet altijd thuiskomen en denken: goh wat vind ik het fijn dat ik thuis ben. Wat is het toch een fijne plek. Ik denk dat gordijnen daar heel erg aan bijdragen. Als je mooie gordijnen hebt, geniet je daar elke dag weer van.

Wielinga voor Vakwerk vof

Met de lockdown moest het hele land plotseling allerlei achterstallige klusjes wegwerken en stonden klanten bij wijze van met een kluslijst in de winkel. Collega-ondernemers kwamen hier voor plexiglas platen om de kassa mee af te schermen.

Als ik iets nodig heb, denk ik altijd eerst: bij welke lokale winkelier kan ik dat halen? Lokaal kopen betekent vaak ook betere voorlichting en betere nazorg. En daarmee steun ik dan weer mijn collega-ondernemer.

Mignon by Marlieke

2020 was een creatief jaar. Als ondernemer kun je niet stil blijven zitten en juist nu kan je als ondernemer dingen doen die je onderscheiden van een webshop. Denken in mogelijkheden dus! Zo hebben we een magazine gemaakt met eigen foto’s van de collectie en gaan regelmatig met een rekje kleding langs bij de mensen thuis. Dat wordt enorm gewaardeerd. En we hebben ons natuurlijk bij Warenhuis Groningen aangesloten.

Haastje Repje

De kleine ondernemers maken de stad leuk. Gelukkig merk ik dat de drive om lokaal te kopen er zeker wel is. Zeker nu! Het meest kenmerkende voorbeeld was van een klant die bij het afrekenen van een shirtje zei: ‘Weet je wat? Doe ze maar alledrie, want ik wil dat jullie blijven.

Broodje van Eigen Deeg

Al onze producten staan op Warenhuis Groningen, behalve de patisserie. Omdat we elke dag alles vers bakken, moet je van tevoren wel even via Warenhuis Groningen een voorraadcheck doen. Dan hoor je direct van ons of we het nog hebben.

mede-eigenaar van Wirwar Spellen en Puzzels

Wirwar Spellen en Puzzels

Mensen die al weten wat ze willen hebben, kunnen op Warenhuis Groningen gemakkelijk hun bestelling doen. Dat biedt een uitkomst in deze tijd.” “We hebben ruim 8.000 artikelen in ons assortiment, dus we zijn eerst maar eens begonnen met onze top 100 best verkochte spellen op Warenhuis Groningen te zetten. In de winkel geven we vooral veel advies. Maar online zoek je misschien heel andere dingen. Daar moeten we op anticiperen. We hebben al behoorlijk wat bestellingen via Warenhuis Groningen binnengekregen, waarvan veel Ticket to Ride Europe. Ook Qwixx hebben we veel verkocht.

De Mannenwinkel

We hebben veel mooie cadeaus voor mannen. In deze tijd is lekker zittende loungewear essentieel. Een mooie loungebroek van Hugo Boss bijvoorbeeld. Als je daarin de deur open doet, zie je er toch heel stijlvol uit. En onder studenten zijn Pockies populair, dat zijn wijde boxershorts met zakken. Daar hebben we sinds kort ook leuke pyjamabroeken van. Of koop een mooi paar sokken. Keus genoeg!

Bootcentrum

Van oudsher moesten de truien die de schippers op zee droegen goed dicht en warm zijn. Dat kan alleen als je honderd procent wol gebruikt. Daarna kijk je naar de vezels. Die wil je zo lang mogelijk hebben. In een iconische trui van Saint James is bijvoorbeeld 23 kilometer garen verwerkt. Dat is een groot verschil met de nieuwere, vaak bekendere merken.

Hartendief

In de winkel vind je kleding van de bekendere merken, zoals Tumble ‘n Dry en Name it, maar ook hebben wij de wat minder bekende merken die je niet overal ziet. Eigenlijk is het belangrijkste dat de kleding goed blijft, zodat wanneer de kinderen eruit gegroeid zijn, ze de kleding kunnen doorgeven aan hun broertjes, zusjes of neefjes.

Ik ben een echte Stadjer en heb hier mijn hele leven ook gewoond. Groningen is echt een hele gemoedelijke en gezellige stad. Wij verkopen ook rammelaars met de Martinitoren erop, deze zijn razendpopulair! Ik denk dat mensen gewoon heel trots op onze stad zijn.

Boekhandel Godert Walter

Inmiddels zijn we alweer vijf jaar bezig! Wij zijn uitgegroeid tot een gespecialiseerde boekhandel met de nadruk op literatuur, Duits, Engels, Groningana, natuur en wetenschap, architectuur, geschiedenis, filosofie en poëzie. Wij maken altijd een mooie selectie van al het aanbod, zodat de klant dat niet meer hoeft te doen.

In 1942 is Godert Walter ooit deze boekhandel aan de Oude Ebbingestraat begonnen. Door de jaren heen is de zaak vier keer van eigenaar gewisseld, maar de naam is – als een eerbetoon – altijd hetzelfde gebleven!

't Binnenhuis Woninginrichting Groningen

Bij ons in de winkel inspireren wij onze klanten met verschillende interieurstijlen, materialen en kleuren en hebben wij tevens een groot aanbod aan verschillende productsoorten. Zo kun je niet alleen zien wat er allemaal mogelijk is, maar krijg je ook direct advies over de beste manier om het toe te passen in je eigen situatie. Voor de meest uiteenlopende en technische vragen over je interieur ben je bij Wilma aan het juiste adres, met haar jarenlange vakkennis is geen enkele uitdaging haar te gek. Vind je het moeilijk om keuzes te maken? Dan zijn onze design services wellicht wat voor je. Zo bieden wij de mogelijkheid voor onze klanten om een 2D of 3D ontwerp te laten maken door onze Interior Designer Manon. Zij bied een veelvoud aan ideeën en inspiratie om de inrichting van je huis zo makkelijk en plezierig mogelijk te maken.

Lincherie Groningen

Een goede bh is echt onmisbaar voor je garderobe, het is eigenlijk het belangrijkste kledingstuk wat je als vrouw kan bezitten. Het bepaalt namelijk niet alleen je silhouet, maar ook hoe je je voelt. Wist je dat ongeveer 70% van alle vrouwen een verkeerde bh-maat draagt? Dat is ook niet gek, want een vrouw verandert in haar leven ongeveer zes keer van cupmaat.

Ons belangrijkste doel is dat vrouwen hier weer terugkomen, dan weet je namelijk zeker dat ons advies goed is geweest. Natuurlijk moet de functionaliteit, styling en comfort van de lingerie goed zijn, daarom nemen we altijd ruim de tijd voor elke klant.

Riklis Karto

Onze klanten komt hier voor onze kennis en vakmanschap, maar vaak hebben wij ook een hele persoonlijke relatie. Dan sparren we over studie, werk, of over het leven in het algemeen. Voor mij is het een goede dag als we de klant en ik naar huis gaan en we beiden terugdenken over de gesprekken die wij gevoerd hebben. Ik hoor vaak dat klanten zich erg goed voelen als ze bij ons wegkomen, dat is eigenlijk het mooiste compliment wat je kan krijgen.

Toen ik zestien was heb ik mijn laatste geld mijn eerste tondeuse gekocht. Voor € 2,50 ben ik toentertijd mijn vrienden gaan knippen. Sinds dat moment heb ik ontzettend hard gevochten om hier te komen. Nu probeer ik op mijn manier Groningen ook echt op de kaart te zetten!

filiaalmanager Flokstra –Van Beek Art Supplies

Van Beek Art Supplies

Iedereen die hier werkt heeft een kunstachtergrond en een enorme passie voor het vak. Een aantal van ons geeft ook les op het gebied van beeldende kunst. Dankzij onze gezamenlijke kennis, kunnen we de klanten altijd goed helpen. Dat is denk ik ook de reden dat zij steeds weer bij ons terugkomen.

Groningen is echt een gezellige jonge stad waar eigenlijk alles te vinden is. Ook weten steeds meer toeristen en internationale studenten onze mooie stad te vinden; dat vinden wij alleen maar leuk!

H. Witting & Zoon

Wist je dat wij zelf ook petten en hoeden ontwerpen en produceren? Daar zit flink wat passie achter! We zorgen ervoor dat de producten altijd een goede pasvorm hebben en dat je een eerlijke prijs betaalt voor hoogwaardige kwaliteit. Eén van de petten in onze lijn is een schipperspet genaamd “Groninger”, deze maken wij als sinds 1876!

Als je er over nadenkt is Groningen eigenlijk best een unieke stad. De relaxte sfeer, de doe-maar-normaal-mentaliteit, en het aanbod van unieke boetiekjes en speciaalzaken maakt Groningen toch wel heel speciaal. Als hier mensen van buiten de stad komen, zijn ze eigenlijk altijd net zo enthousiast!

De Vulpenwereld

Ik schrijf wel eens snel iets op met een balpen, maar eigenlijk heb ik altijd wel een vulpen op zak. Het merk Montblanc is een favoriet van mij, deze pennen zijn echt top. Ik krijg wel eens een Montblanc-pen van zo’n 60/70 jaar oud in de winkel. Deze heeft dan wat onderhoud nodig en daarna kan er weer jaren meegeschreven worden.

Er wordt tegenwoordig een stuk minder met de pen geschreven, dat is gewoon een feit. Maar wat men schrijft wordt vaker met een mooie pen geschreven. Vroeger zaten er wel zeven pennenwinkels in Groningen, nu zijn wij de enige. Toch merk je dat (vul)pennen nog steeds erg geliefd zijn, klanten komen soms van heinde en ver naar onze winkel!

Bonbon Atelier Luca

Smaken verschillen, zeker als het om bonbons gaat. De karamel- en notenbonbons zijn razend populair, maar ook krijgen we bijvoorbeeld veel complimenten over onze lavendelbonbons. Eigenlijk zou je ze allemaal eens moeten proeven.

Groningen is gewoon een superleuke stad. Je hebt hier van alles maar toch is het compact – in een kwartier fiets je de hele stad door! Mooier dan dit wordt het eigenlijk niet.

WAAR Groningen

Mensen komen vaak bij ons voor unieke cadeaus, maar ook zijn bijvoorbeeld de waterflessen van Dopper erg geliefd. Zoetekauwen komen hier regelmatig om de fairtrade chocoladerepen van Tony’s Chocolonely te scoren 

Waarom ik zo graag in Groningen onderneem? Ik zou de stad als progressief en dynamisch omschrijven. De afgelopen jaren zie je ook steeds meer internationale studenten in de stad, dat vinden wij alleen maar leuk!

Cleding Raad

Los van de al bekendere merken zoals Peak Performance, Scotch and Soda en Patagonia, verkopen wij ook opkomende merken zoals Butcher of Blue en Krakatau Wear. Wij staan voor kwalitatieve merken en willen ons echt onderscheiden van de rest. Klanten moet je blijven verrassen, daarom ben en blijf ik altijd op zoek naar nieuwe toffe merken om aan onze collectie toe te voegen.

Je merkt dat Groningen groter wordt en dat het steeds meer mensen van buiten de stad aantrekt. De stad bruist echt! Wij hebben inmiddels ook veel vaste klanten die niet in Groningen wonen, maar die hier toch graag komen shoppen.

De Koning Groningen

We onderscheiden ons vooral door kwaliteit en kennis. Mensen komen hier voor ons advies, maar ook voor de extra aandacht die wij voor een klant nemen. Als hier iemand binnenkomt die een bepaald product zoekt dat wij niet hebben, zullen we er alles aan doen om het alsnog in huis te halen. Wat dat betreft lopen we echt een stapje extra voor onze klant.

Wat ik zo leuk vind aan Groningen is de diversiteit van de inwoners. Ook wat hier de winkel binnen komt lopen is altijd weer anders. Soms komen hier klanten die precies weten waar ze mee bezig zijn, een andere keer zijn we hints aan het spelen om te achterhalen naar wat voor product ze op zoek zijn!

SchoenenZaken

Eigenlijk vind ik alle schoenen die hier staan heel mooi. We stellen onze collectie zorgvuldig samen met de leverancier, waardoor je bij ons een exclusieve selectie schoenen krijgt. Veel van onze schoenen zie je dan ook niet in andere winkels. 

Van de noordelijke steden is Groningen een van de meest aantrekkelijke. De stad behoort in mijn ogen sowieso tot de top vijf leukste winkelsteden van Nederland. Groningen is divers, bruisend maar vooral ook erg gezellig!

Mary Jane Schoenenboetiek

Mijn favoriete schoenen uit onze collectie zijn van het merk Miista. Dit creatieve merk komt uit Londen en wordt in Spanje geproduceerd. Zij hebben echt een speciale collectie en een unieke benadering van een schoen. We waren al fan van dit merk voordat de winkel open was, en we wilden deze lijn er dan ook heel graag bijhebben. We hebben ze echt een beetje gestalkt, maar het is ons uiteindelijk gelukt! Nu zijn wij de eerste winkel in Nederland die met het merk samenwerken 

Ik kom oorspronkelijk niet uit Groningen, maar ik ben inmiddels helemaal verliefd geworden op de stad. Het is heel divers en toch zeer gemoedelijk. Ik ben opgegroeid in een dorp, en dat dorpsgevoel merk ik hier eigenlijk ook. Je woont in een stad, maar je hebt toch dat dorpse sfeertje. Dat voelt erg vertrouwd!

Groningen

Het aanbod van de leukste winkels uit Groningen op één plek verzameld.

Warenhuis Groningen

Boekenwinkels

Reisboekwinkel de Zwerver B.V.

Boeken & Tijdschriften

Handzame gids met een goede beschrijving van een groot aantal dagtochten in dit gebied. 

Die Insel Madeira ist vulkanischen Ursprungs und entstand aus einem Hotspot-Vulkan. Mit der Nachbarinsel Porto Santo und den unbewohnten Ilhas Selvagens und Ilhas Desertas gehört sie zur Inselgruppe Madeira. Madeira sieht man eigentlich nur ein Drittel seiner eigentlichen Höhe aus dem Wasser ragen, unter Wasser sind es noch bis zu 4.000 Meter bis zum Meeresgrund. Die Insel hat in etwa eine Länge von 58 Kilometern und eine Breite von 23 Kilometern. Trotzdem benötigt man mindestens 1 1/2 Stunden, um mit dem Auto vom östlichsten Teil ganz nach Westen zu gelangen. Schuld daran trägt auch das vergleichsweise junge Alter der Insel, die letzten Ausbrüche endeten vor 6.000 Jahren. In dieser Zeit konnte sich das Wasser in den Flüssen nur dort tiefe Täler graben, wo die Felsen weicher sind, die Küste ist sehr steil und felsig. An der Südküste bei Câmara de Lobos befindet sich die zweithöchste Steilklippe Europas mit 580 Höhenmeter, die Wandertour 6 führt Sie entlang der Levada do Norte dorthin. Der höchste Gipfel der Insel ist der Pico Ruivo mit 1.862 Metern, die Touren 28, 29 und 30 führen Sie dort vorbei. Der Hauptkamm in westlicher Richtung ist als Wetterscheide auch meteorologisch von Bedeutung: die Passatwolken werden im Nordosten gehalten, dieser Teil ist daher niederschlagsreicher und wasserreicher als der eigentlich fruchtbarere Süden. Das war der Grund für den Bau der Wasserkanäle, den sogenannten Levadas, die das Wasser besser verteilen.

Westlich, am Ende des Gebirgskammes, befindet sich die Hochebene Paúl da Serra, ein Hochmoor mit teilweise steil abfallenden Rändern. Häufig tritt hier Nebel auf, der die Landschaft in ein mystisches Licht taucht.

Der unterschiedliche Bewuchs und die große landschaftliche Vielfalt täuschen darüber hinweg, dass die gesamte Insel nur aus Vulkangestein besteht, also aus Basalt, Tuff und Trachyt. Tuff ist verfestigte vulkanische Asche, je nach Verwitterungszustand kann die Oberfläche rau und bei Nässe nicht rutschig oder gegenteilig – eisglatt sein. Grundsätzlich sollten Sie bei Tuff daher etwas vorsichtiger sein, auch wenn der Berufsverband der Deutschen Geowissenschaftler e.V. den Tuff zum Gestein des Jahres 2011 ernannt hat. Die rote Farbe des Tuffs auf Madeira stammt vom oxidierenden Eisen. Musterbeispiele sind an der Ponta de São Laurenço (Tour 7) zu finden.

Basalt und Trachyt hingegen entstehen bei langsam fließender Lava, unterscheiden sich hauptsächlich an ihrem Gehalt an Siliciumdioxid (Quarz). Beide sind sehr hart, werden aber bei Nässe sehr glatt. Viele der Natursteintreppen auf Madeira sind aus Trachyt, beachten Sie dies bei Nässe!

Wandelgids Hikeline Wanderführer Madeira | Esterbauer

Handzame gids met een goede beschrijving van een groot aantal dagtochten in dit gebied. De gids is in spiraalbinding en elke pagina is op scheur- en watervast papier gedrukt. Daar is echt over nagedacht!
Meran in Südtirol, Italien liegt am Schnittpunkt des Passeiertales, des Etschtales und des Vinschgaus. Nördlich des Meraner Talkessels schirmt die Texel­gruppe, ein Teil der Ötztaler Alpen, die Region vor Niederschlägen und kühlen Temperaturen ab. Durch das nach Süden offene Etschtal kommt warme, mediterrane Luft in den Talkessel. Die Jahresdurchschnittstemperatur liegt bei 12°C. Wärmeliebende Pflanzen wie Palmen, Zypressen, Edelkastanien und Libanon-Zedern prägen das Stadtbild Merans. In den Ebenen des Meraner Umlandes dominieren Apfelkulturen und Weingärten das Landschaftbild. Es gedeihen aber auch Kiwis und Birnen.
Zahlreiche Burgen, Schlösser und Kirchen an den Hängen rund um die Kurstadt sind beliebte Wanderziele. Jausenstationen, Berggasthöfe sowie zahlreiche Hütten laden zu einer verdienten Einkehr ein. Aufstiegshilfen wie z. B. die Hirzerbahn erleichtern den Anmarsch zu höher gelegenen Wanderzielen.
Streckencharakteristik
Länge, Höhenmeter und Anforderungen
Die 40 Touren dieses Buches decken eine große Bandbreite von kurzen Spaziergängen über Halbtages- und Tagestouren bis hin zur anspruchsvollen, mehrtägigen Meraner Höhenwegswanderung ab. Die zu bewältigenden Höhenmeter im Aufstieg liegen dabei zwischen 90 und 1.990. Die angegebenen Gehzeiten verstehen sich als Richtwerte und bewegen sich zwischen 1 und 11 Stunden. Bei der Zusammenstellung der Touren wurde auf die Begehung von Gletschern und Klettersteigen verzichtet.
Das weitläufige Wegenetz im Meraner Land wird regelmäßig instand gehalten und ist deswegen in bestmöglichem Zustand. Trotzdem sollten Sie nicht vergessen, dass es sich um ein alpines Gebiet handelt. Steile oder steinige Abschnitte kommen immer wieder vor, auch ausgesetzte Passagen sind mitunter zu bewältigen. Wetterereignisse haben in diesen Höhen manchmal sehr großen Einfluss auf die Begehbarkeit der Wege, nach heftigen Gewittern können einzelne Abschnitte erschwert oder gar nicht passierbar sein.
Schätzen Sie Ihre konditionellen und technischen Fähigkeiten realistisch ein und tasten Sie sich schon vor dem Urlaub auf Tagestouren an Ihre Grenzen heran.
Wegweisung
Im Meraner Land ist ein Großteil der Wege mit Holzschildern markiert, deren Spitze meist rot-weiß-rot lackiert ist. Die Gehzeiten zu Zwischenzielen und zum Endpunkt der Wanderung sind in Stunden und Minuten angegeben. An markanten Kreuzungen sind Metallplättchen mit den Koordinaten des Standortes an den Holzstehern angebracht. Sie geben die Position in Metern und alternativ in Grad an.

Wandelgids Hikeline Meran | Esterbauer

Handzame gids met een goede beschrijving van een groot aantal dagtochten in dit gebied. De gids is in spiraalbinding en elke pagina is op scheur- en watervast papier gedrukt. Daar is echt over nagedacht!
 
Streckencharakteristik
Länge, Höhenmeter und Anforderungen
Die 40 Touren dieses Buches decken eine große Bandbreite von kurzen Spaziergängen über Halbtages- und Tagestouren bis hin zu anspruchsvollen, zweitägigen Bergwanderungen ab. Die zu bewältigenden Höhenmeter im Aufstieg liegen dabei zwischen rund 100 und 1.250 Metern, die angegebenen Gehzeiten verstehen sich als Richtwerte und bewegen sich zwischen 1,5 und 7,5 Stunden. Bei der Zusammenstellung der Touren wurde auf die Begehung von Gletschern und Klettersteigen verzichtet. Entsprechend dem hochalpinen Charakter mancher Touren können aber kurze Schneefelder und drahtseilgesicherte Passagen durchaus vorkommen, an denen man zusätzlich die Hände zur Fortbewegung braucht. Das weitläufige Wegenetz im Paznaun wird regelmäßig instand gehalten und ist deswegen in bestmöglichem Zustand. Trotzdem sollten Sie nicht vergessen, dass es sich um ein hochalpines Gebiet handelt. Steile oder steinige Abschnitte kommen immer wieder vor, auch ausgesetzte Passagen sind mitunter zu bewältigen. Wetterereignisse haben in diesen Höhen manchmal sehr großen Einfluss auf die Begehbarkeit der Wege, nach heftigen Gewittern können einzelne Abschnitte erschwert oder gar nicht passierbar sein.
Schätzen Sie Ihre konditionellen und technischen Fähigkeiten realistisch ein und tasten Sie sich schon vor dem Urlaub auf Tagestouren an Ihre Grenzen heran.
Wegweisung
Im Paznaun sind alle Wege entweder rot-weiß-rot oder nur mit einem roten Streifen markiert, an den Abzweigungen finden Sie weithin sichtbare gelbe Wegweiser, die neben der Richtung teilweise auch dreistufig die Wegschwierigkeit und die ungefähre Gehzeit angeben. Sie enthalten auch Zusatzinformationen in Form leicht verständlicher Piktogramme, z. B. für Hütten, Bushaltestellen oder Seilbahnstationen. Ebenso wie die Wege werden die Markierungen und Schilder regelmäßig kontrolliert und gewartet, sie sind also immer in Top-Zustand.

Wandelgids Hikeline Paznaun | Esterbauer

Handzame gids met een goede beschrijving van een meerdaagse tocht in dit gebied. De gids is in spiraalbinding en elke pagina is op scheur- en watervast papier gedrukt. Daar is echt over nagedacht!
Der im Sommer 2010 neu eröffnete Donausteig startet im bayerisch-oberösterreichischen Grenzgebiet in der Drei-Flüsse-Stadt Passau und verläuft großteils an beiden Donauufern. Im oberen Donautal zwängt sich der mächtige Strom zwischen bewaldeten Höhenrücken durch. Ein imposantes Beispiel dafür ist die Schlögener Schlinge zwischen Stromkilometer 2180,5 und 2186,5. Der Donausteig führt Sie direkt durch die Schlinge und ändert wie der Fluss zweimal seine Richtung um 180 Grad. Dieser Flussabschnitt wurde 2008 zum „Naturwunder Oberösterreichs“ gewählt.
Der Donausteig bietet dem Wanderer nicht nur Natur sondern auch Kultur. Stifte und Schlösser säumen den Wanderweg. In Linz, der europäischen Kulturhauptstadt 2009, führt die Route direkt über den Hauptplatz. Der Donausteig wird hier zum Stadtwanderweg.
Auf den letzten Etappen erwartet Sie ein völlig anderes Landschaftsbild. Sie wandern durch wildromantische Klammen und Schluchten etwas abseits der Donau. 40 Donaurunden zwischen 1,8 und 26,4 Kilometer führen ins Hinterland und wurden speziell für Ausflugswanderer konzipiert. Manche dieser Runden können auch als Abkürzungen des Donausteiges dienen.
Zahlreiche nach festgelegten Qualitätskriterien für Nächtigungs- und Gastronomiebetriebe zertifizierte Donausteigwirte entlang des Weges beraten Sie gerne rund um das Thema Wandern und sorgen für ihr leibliches Wohl.
Streckencharakteristik
Länge, Höhenmeter und Etappen
Insgesamt beträgt die Weglänge zwischen Passau und Grein ca. 430 Kilometer und rund 11.400 Aufstiegshöhenmeter, aufgeteilt auf 20 Etappen. Deren Längen liegen zwischen 13,2 und 29,4 Kilometern, die Anstiege zwischen 1.270 und 60 Höhenmetern.
Am Hauptplatz in Linz können Sie zwischen den Etappen 12, 13 nördlich der Donau und 15, 16 südlich der Donau wählen. Letztere sind sind nur zwischen Mai und September zu begehen, da es am Ende der 2. Etappe (Etappe 16) die Fährverbindung nach Mauthausen nur in den Sommermonaten gibt. Die einzelnen Etappen wurden so gewählt, dass sie für durchschnittliche Wanderer leicht zu bewältigen sind und es am jeweiligen Etappenende Übernachtungsmöglichkeiten gibt. Besonders sportliche Tourengeher werden wahrscheinlich ein größeres Tagespensum schaffen, bei Schlechtwetter oder zusätzlichen Besichtigungen wird die Kilometerleistung geringer ausfallen.
Wegweisung, Anforderungen
Der gesamte Weg ist von Passau nach Grein sehr gut mit gelben Schildern, die an der Spitze blau eingefärbt sind gekennzeichnet (s. Foto). Die Markierungen befinden sich zumeist in Augenhöhe oder darüber. Der Weg ist gut zu begehen und nie ausgesetzt, einzelne Abschnitte können aber etwas verwachsen sein. Kürzere Steilstücke kommen im Auf- und Abstieg immer wieder vor. Bei Nässe können einzelne Passagen etwas schwierig werden, darauf wird im Text aber explizit hingewiesen.

Wandelgids Hikeline Donausteig | Esterbauer

De Michelin kaart is actueel, gedetailleerd, nauwkeurig, praktisch en internationaal. 
 
De Lokale Michelin streekkaart biedt u: nauwkeurige en toeristische informatie over een streek of regio, een plaatsnamenregister om uw route gedetailleerd uit te stippelen, een nog waarheidsgetrouwere weergave van de topografie door het satellietbeeld en een selectie van de mooiste plekken.
 
From Michelin's yellow Local series of Europe maps comes this map of Dolomites, Trentino, Alto Adige at 1:200 000, showing excellent detail in this region of Italy. The map has the usual excellent road detail characteristic of Michelin maps, with everything from motorways down to rough tracks and footpaths marked out clearly. The number of lanes is indicated on most roads, with intermediate road distances, European route numbers and tolled roads also shown.
 
The map includes highly detailed relief shading that's derived from satellite photos, with plenty of spot heights also. View points, scenic routes, religious and historic buildings, caves, palaces and villas, parks and loads of other places of touristic interest are marked out with symbols. The legend is in a few lanaguages, one of them is English.
 
The map also has a table gving distances and driving times between major towns and citites throughout the region and an extensive index of places.

Wegenkaart - landkaart 354 Dolomieten - Trentino - Alto Adige | Michel

De Michelin kaart is actueel, gedetailleerd, nauwkeurig, praktisch en internationaal. 
 
De Lokale Michelin streekkaart biedt u: nauwkeurige en toeristische informatie over een streek of regio, een plaatsnamenregister om uw route gedetailleerd uit te stippelen, een nog waarheidsgetrouwere weergave van de topografie door het satellietbeeld en een selectie van de mooiste plekken.
 
From Michelin's yellow Local series of Europe maps comes this map of Friuli - Venezia Giulia at 1:200 000, showing excellent detail in this region of Italy. The map has the usual excellent road detail characteristic of Michelin maps, with everything from motorways down to rough tracks and footpaths marked out clearly. The number of lanes is indicated on most roads, with intermediate road distances, European route numbers and tolled roads also shown.
 
The map includes highly detailed relief shading that's derived from satellite photos, with plenty of spot heights also. View points, scenic routes, religious and historic buildings, caves, palaces and villas, parks and loads of other places of touristic interest are marked out with symbols. The legend is in a few lanaguages, one of them is English.
 
The map also has a table gving distances and driving times between major towns and citites throughout the region and an extensive index of places.

Wegenkaart - landkaart 356 Friuli - Venezia Giulia | Michelin

Gedetailleerde wegenkaart met aanduiding van de wandelwegen, lijst van hotels en toeristische informatie. Voor alle soorten vakanties, ook als wandel- en fietskaart goed te gebruiken.
Easy to read map for Karpathos and Kassos with touristic information churches, monasteries, archaeological sites and castles as well as all the beaches, the altitudes of mountain peaks, the complete network of trails (footpaths), the lighthouses, the airport of course, and much more.

Wegenkaart - landkaart 201 Karpathos - Kassos | Road Editions

Zeer gedetailleerde wandelkaart van een deel van Zwitserland. De topografische details van deze kaarten zijn onovertroffen; de werkelijkheid is perfect weergegeven op deze kaart van uitzonderlijk hoog niveau. Ze zijn geschikt voor alle soorten gebruik: voor eenvoudige wandeltochten in simpel terrein tot zware bergtochten en beklimmingen van de grote toppen in de Alpen. Bedenk wel dat de kaart in uiterlijk beperkt blijft tot de topografische details: er is geen toeristische informatie ingetekend als camping of gemarkeerde paden. Wandelpaden staan er wel op in gestippelde zwarte lijnen, maar zijn ondergeschikt aan de topografie. Als kaart is het de meest gedetailleerde die er te vinden is en - zoals gezegd - van topkwaliteit. De kaarten worden gemiddeld om de 3 tot 4 jaar vernieuwd, maar er zijn ook oudere kaarten die gewoon nog de laatste editie zijn.

Voor de 'gewone' bergwandelaar zijn de Kompass-wandelkaarten die inmiddels bijna heel Zwitserland dekken wellicht nuttiger: schaal 1:50.000 met ingetekende wandelroutes en andere informatie. 
Steden/dorpen/gebieden/bergen/dalen/rivieren/meren:
Sennwald, Mauren, Eschen, Büchel, Gams, Haag, Weissbad, Schönebode, Säntis, Altmann, Hoher Kasten, Schäfler, Stauberenkanzel, Alpstein, Hundstein, Kronberg, Seealpsee, Sämtisersee, Fählensee, Rheintal

Wandelkaart - Topografische kaart 1115 Säntis | Swisstopo

Dubbelzijdig geplastificeerde wandkaart van de klassieke overzichtskaart van Michelin Frankrijk. Als altijd zeer overzichtelijk en voorzien van een mooie heldere kleurstelling. Prachtig aan de muur!
Op deze kaart is het wegennet identiek aan de gevouwen kaart van Frankrijk ( 721 ) . De meest verkochte wegenkaart van Frankrijk met het volledige wegennet van hoofdwegen en secundaire wegen. De kaart bevat ook zeer veel plaatsnamen.

Wandkaart Frankrijk – France, 111 x 100 cm | Michelin

Handzame gids met een goede beschrijving van een meerdaagse tocht in dit gebied. De gids is in spiraalbinding en elke pagina is op scheur- en watervast papier gedrukt. Daar is echt over nagedacht!
Vogtland Panorama Weg
Der Vogtland Panorama Weg® durchläuft im Gebiet Greiz das Thüringer Vogtland mit den tief eingeschnitten Tälern der Göltzsch und der Weißen Elster. Er überschreitet dabei mehrmals die Grenze zwischen Sachsen und Thüringen. Die Spitzenstadt Plauen wird westlich umrundet, besser aber sollte dieser Stadt ein Besuch abgestattet werden – mit der Straßenbahn vom Weg aus kein Problem. Die Landschaft der Pöhle, der bewachsenen Diabas-Kuppen mit weiten Fernsichten, schließt sich im Raum um Oelsnitz an. Die nächsten Ziele sind die traditionsreichen Kurbäder Bad Elster und Bad Brambach und der weltbekannte Musikwinkel um Markneukirchen und Erlbach.
In Klingenthal wird die moderne Großsprungschanze der Vogtland Arena direkt am Schanzentisch erreicht. Durch tiefe Wälder am Rande des Erzgebirges, über den Kuhberg bei Schönheide verläuft der Weg nach Rodewisch zur Schlossinsel. Die Tagesetappen im südlichen und östlichen Vogtland verlaufen im Gebiet des Naturparks Erzgebirge/Vogtland. In Mylau thront die mittelalterliche Burg über dem Weg. Den Höhepunkt bildet zweifellos die Göltzschtalbrücke, die größte Ziegelsteinbrücke der Welt. Der felsenumsäumte Köhlersteig ist das abschließende Stück des Vogtland Panorama Weges® zum Ausgangspunkt in Greiz, der Perle des Vogtlandes.
Länge, Höhenmeter und Etappen
Die zertifizierte Länge des gesamten Weges beträgt 228 Kilometer, die Länge mit den Zuwegen aus den Ortszentren 237 Kilometer. Der Vogtland Panorama Weg® verläuft auf einer Höhe zwischen 260 und 915 Metern. Der niedrigste Punkt befindet sich an der Weißen Elster bei Greiz (260 m), der höchste auf dem Aschberg bei Klingenthal auf 915 Metern Höhe. Insgesamt sind auf den 15 Etappen 5.700 Höhenmeter im Aufstieg zu überwinden.
Die Länge der Etappen liegt zwischen 9,4 und 20,3 Kilometern, die täglichen Anstiege bewegen sich im Bereich von 230 bis 610 Metern. Anfang und Ende der Etappen wurde so gewählt, dass entweder Übernachtungsmöglichkeiten vorhanden sind oder unmittelbarer Anschluss an die Vogtlandbahn besteht, so dass Sie Übernachtungsverzeichnisse per Bahn erreichen.
Wegweisung, Anforderungen
Mit der Gründung des Verbandes Vogtländischer Gebirgsvereine im Jahr 1881 begannen der Ausbau und die Ausweisung eines Wegenetzes. Im Vogtland findet man die in Sachsen einheitliche Strichmarkierung, in Ausnahmefällen – vornehmlich für Rundwege – Punktmarkierung. Die Lehrpfade sind mit grünem Diagonalstrich markiert.
Der Vogtland Panorama Weg® verläuft auf dem traditionellen Wanderwegenetz mit unterschiedlichen farbigen Strichmarkierungen, die mit den drei roten Buchstaben des Vogtland Panorama Weg® Logos ergänzt werden. Diese findet man vor allem an Abzweigen, Gabelungen, Wegweisern und bei Wechsel der Farbe der Strichmarkierung.

Wandelgids Hikeline Vogtland Panorama Weg | Esterbauer

Handzame gids met een goede beschrijving van een groot aantal dagtochten in dit gebied. De gids is in spiraalbinding en elke pagina is op scheur- en watervast papier gedrukt. Daar is echt over nagedacht!
Länge, Höhenmeter, Anforderungen
Die fünfzig Touren in diesem Buch umfassen kurze Spaziergänge für Einsteiger oder Kinder (4-5 km) sowie längere Wanderungen mit zahlreichen Aufstiegen (bis zu 16 km). Zwar ist der Thüringer Wald kein alpines Hochgebirge, so dass Höhenunterschiede im vierstelligen Bereich nicht vorkommen, dennoch sollten die Wanderungen nicht unterschätzt werden. Ein Großteil der beschriebenen Routen beginnt auf Wanderparkplätzen oder an Bahnhöfen, die sich in einem der zahlreichen Täler befinden. So sind also oftmals zunächst einige Höhenmeter zu überwinden um in höhere Lagen zu gelangen, dafür heißt es zum Schluss einer Rundwanderung aber dementsprechend, dass es wieder bergab geht. Vereinzelte Touren beginnen aber auch an Wanderparkplätzen nur wenig unterhalb eines Gipfels, so dass diese keine größere Kondition voraussetzen und man die Gipfelbesteigung mit wenig Aufwand vollziehen kann. Die zu bewältigenden Höhenmeter liegen in der Regel zwischen 200 bis 600. Die Angabe der Gehzeiten kann nur als Richtwert genannt werden und hängt natürlich auch von der eigenen Kondition sowie der Dauer von Pausen ab. Längere Pausen, beispielsweise zu einem Mittagessen in einer Berghütte oder für ein umfangreiches Picknick sind hierbei nicht berücksichtigt. Kürzere Pausen für einen Fotostopp oder den Genuss eines Panoramas hingegen schon.
Die Wanderwege sind überwiegend einfach zu begehen. Nur in wenigen Touren gibt es kurze Abschnitte, die erhöhte Vorsicht oder Trittsicherheit benötigen. An den entsprechenden Stellen wird darauf hingewiesen. So vielfältig der Thüringer Wald ist, so vielfältig sind aber auch die Wanderwege. Einen fast durchgehend asphaltierten und ebenen Wanderweg rund um einen Stausee kann man genauso vorfinden, wie wurzelige Pfade in bewaldeten Bergflanken, bei denen festes Schuhwerk notwendig ist.
Wegweisung
Auf den ersten Blick ist die Ausschilderung im Thüringer Wald ideal und scheinbar perfekt. Dieses trifft auf den Rennsteig auch zu. Doch bei genauerem Hinsehen bzw. beim Wandern wird man sich an der einen oder anderen Weggabelung kopfschüttelnd nach dem richtigen Weg fragen. Typisches Markenzeichen der Region sind die grünen Hinweisschilder an sogenannten Zwieseln (Schilderbäume), auf denen Wanderziele namentlich aufgeführt sind. Nur selten werden dabei Kilometerangaben gemacht und wenn, dann sollte man sich nicht in jedem Fall darauf verlassen. An großen und wichtigen Kreuzungen, die meistens einen historischen Namen tragen, sind ganze Schilderbäume aufgestellt.
Beste Reisezeit
Wenn der letzte Schnee im Frühjahr verschwunden ist und sich die ersten Blüten zaghaft zeigen, sollten so langsam die Wanderstiefel geschnürt werden.
Allerdings muss hier noch mit einigen nachwinterlichen Aufräumarbeiten gerechnet werden. Der Sommer ist natürlich die beste Jahreszeit für Wanderungen in Deutschland. Selbst an heißen Sommertagen bieten die dichten Wälder viel Schatten und die lauen Lüftchen, die in Gipfelhöhe zu spüren sind, spenden angenehme Kühle. Aber nicht weniger schön sind die Herbstfarben in der Zeit von Ende September bis Anfang November. Gelb und rot leuchten dann die Laubbäume und stechen teilweise vereinzelt zwischen den weiterhin grün strahlenden Nadelbäumen hervor. Zudem ist auch der Andrang im Herbst deutlich geringer, weshalb man viel öfter auf einsame Wanderwege trifft.

Wandelgids Hikeline Thüringer Wald | Esterbauer

Handzame gids met een goede beschrijving van een groot aantal dagtochten in dit gebied. De gids is in spiraalbinding en elke pagina is op scheur- en watervast papier gedrukt. Daar is echt over nagedacht!
Länge, Höhenmeter und Touren
Die 46 Touren dieses Buches decken eine große Bandbreite von kurzen Spaziergängen bis hin zu anspruchsvolleren Wanderungen ab, insgesamt sind ca. 510 Kilometer an Routen beschrieben. Die Länge der einzelnen Touren variiert zwischen vier und 18 Kilometern, die zu bewältigenden Höhenmeter im Aufstieg liegen dabei zwischen zehn und 575 Metern. Die angegebenen Gehzeiten verstehen sich als Richtwerte und bewegen sich zwischen einer und 5,5 Stunden.
Die Touren wurden so gewählt, dass sie für durchschnittliche Wanderer leicht zu bewältigen sind.
Wegweisung
Der Taunus ist ein durchwegs gut beschildertes Wandergebiet. Allein der Taunusklub hat im gesamten Gebiet ein 2700 km langes Wegenetz mit Markierungen versehen (www.taunusklub-stammklub.de). Trotzdem kommt es gegen Ende der Wandersaison vor, dass einige Markierungen schlecht lesbar oder verwachsen sind, oder sie an manchen markanten Punkten fehlen – ein GPS-Gerät kann hier gute Dienste leisten.
Anforderungen
Die Touren sind meist gut zu begehen und nie ausgesetzt, einzelne Abschnitte können aber etwas verwachsen sein. Kürzere Steilstücke kommen im Auf- und Abstieg immer wieder vor. Bei Nässe können einzelne Passagen etwas schwieriger werden.

Wandelgids Hikeline Taunus | Esterbauer

Handzame gids met een goede beschrijving van een groot aantal dagtochten in dit gebied. De gids is in spiraalbinding en elke pagina is op scheur- en watervast papier gedrukt. Daar is echt over nagedacht!
Länge, Höhenmeter und Etappen
Die 50 Wandertouren im Südschwarzwald sind überwiegend Halbtages- und Ganztagestouren. Aber auch kürzere Spaziergänge finden sich darunter. Die Wege im Südschwarzwald sind in der Regel gut zu begehen. Es gibt aber auch steile und anspruchsvolle Passagen, vor allem in den Schluchten. Besonderes Augenmerk wurde bei der Auswahl der Touren auf die Einbindung von schmalen Wanderpfaden gelegt. Die Gehzeiten sind lediglich Richtwerte, die je nach Kondition und persönlichen Vorlieben deutlich von den Vorgaben abweichen können.
Wegweisung
Den Südschwarzwald durchzieht ein dichtes Netz an Wanderwegen, die überwiegend vom Schwarzwaldverein betreut werden. Das gesamte Wegenetz ist mit einem einheitlichen Wegeleitsystem markiert und beschildert. An allen Kreuzungspunkten markierter Wanderwege informieren die auffallenden weißen Wegweiser die Wanderer über die nächsten Ziele und Entfernungen. Das Wanderwegenetz gliedert sich in drei Kategorien:ybr> 1. Fernwanderwege: sind mit einem eigenen Zeichen in Rautenform markiert. 2. Regionale Wanderwege: ergänzen die Fernwanderweg zu einem grobmaschigen Netz und sind einheitlich mit der blauen Raute markiert.
3. Örtliche Wanderwege: erschließen die Landschaft und sind einheitlich mit einer gelben Raute markiert.
Die vorgestellten Touren verlaufen überwiegend auf dem markierten Wanderwegenetz des Schwarzwaldvereins. Bei einigen wenigen Touren kann es zu kleineren Abweichungen vom markierten Wegenetz kommen, um attraktive Wegstücke einzubinden.
 
 
Beste Reisezeit
Die beste Wanderzeit für den Südschwarzwald ist von April bis Mitte November, am schönsten ist es aber im Herbst. Entlang des Rheintals kann in den tieferen Lagen auch im Winter gewandert werden. Im Hochschwarzwald kann bis in den Mai hinein noch Schnee liegen.

Wandelgids Hikeline Naturpark Südschwarzwald | Esterbauer

Handzame gids met een goede beschrijving van een groot aantal dagtochten in dit gebied. De gids is in spiraalbinding en elke pagina is op scheur- en watervast papier gedrukt. Daar is echt over nagedacht!
 
Wandern auf der Schwäbischen Alb ist mehr als Bewegung, abschalten ist hier ganz einfach möglich. Ein Hauch von Albwacholder in der Nase, „Herrgottsb´scheißerle“ und Alblinsen im Magen – die Schwäbische Alb ist eine Region, die man auch fühlen und schmecken kann. In diesem Wanderatlas können Sie zwischen Spaziergängen und ausgedehnten Wanderungen wählen, etliche Touren lassen sich auch verbinden. So können Sie ganz spontan nach Lust, Wetter und Tagesform entscheiden, ob Sie z. B. 9 oder 19 km wandern. (Wenn Ihnen nach einigen Touren das Gebiet ans Herz gewachsen ist, können Sie die andere Hälfte der Schwäbischen Alb, die Ostalb, mit unserem Wanderatlas Schwäbische Alb Ost erforschen.)
 
Im Volksmund wird die klimatisch raue Schwäbische Alb als „Schwäbisch Sibirien“ verspottet. Längst aber ist das große Karstgebiet zwischen Neckar und Donau zu einer der attraktivsten Ferienlandschaften im Südwesten geworden. Die Schwäbische Alb West ist ein Landstrich voller Gegensätze: raues Klima im Winter und herrliche Sommer- und Herbsttage. Wussten Sie, dass die Schwäbische Alb eine der burgen- und schlösserreichsten Regionen in Deutschland ist? Nahezu 400 Burgen und Schlösser aus verschiedenen Epochen sind bis jetzt nachgewiesen.
 
Geologie
 
GeoPark Schwäbische Alb – 2001 wurde diese besondere Auszeichnung an die Region vergeben. Ihre zahlreichen erdgeschichtlichen Zeugnisse sind weithin bekannt: Trockentäler, Dolinen, Höhlen, Wasserfälle, Versteinerungen und Zeugenberge sowie Fossilien erzählen von längst vergangenen Zeiten und stellen einzigartige Besonderheiten dar.
Ein wichtiger Baustein der heutigen geologischen Vielfalt war ein warmes Jura-Meer, das das Gebiet vor 180 Millionen Jahren bedeckte. Auf seinem Grund lagerten sich mit dem Schlamm Tier- und Pflanzenreste ab. Vor 135 Millionen Jahren trocknete das Meer aus, die Versteinerungen von Pflanzen und Urtieren blieben im Boden erhalten.
 
Flora und Fauna
 
Unmittelbar in Zusammenhang mit dem geologischen Gesteinsuntergrund stehen typische Vegetationsformen wie beispielsweise Trockenrasen oder Wacholderheiden, sogar Orchideen wachsen hier.
Nach einem Aufstieg durch Buchen- und Mischwälder wandern Sie oben oft über weite Hochflächen. Wiesen und steinige Äcker wechseln einander ab. Der Bergahorn, die Linde und die Esche sowie typische Steingewächse wie Felsenbirne und Felsenmispel sind hier heimisch. Selbst alpine Pflanzen wie Traubensteinbrech oder Felsenhungerblümchen gibt es. An trockenen Süd- und Südwesthängen gedeihen Fingerhut, Wolfsmilch, Knabenkräuter und Storchschnabel. Bei den Kulturpflanzen gibt es auf der Schwäbischen Alb die höchst gelegenen Obstwiesen Baden-Württembergs. Bei angepasster Sortenwahl – hier sind vor allem der „Jakob-Fischer“, der „Maunzenapfel“ und der „Hauxapfel“ zu erwähnen – gedeihen Apfelbäume bis auf 850 Meter Höhe.
 
Anforderungen
 
Die Schwäbische Alb ist ein Wanderparadies für Spaziergänger, Genusswanderer und sportliche Wanderer. Schmale Pfade und urige Steige wechseln mit bequemen Wegabschnitten, empfehlenswert sind auf jeden Fall Wanderschuhe mit Profilsohle.
 
Wegmarkierung
 
Drei Fernwanderwege und drei Rundwege auf der Schwäbischen Alb West sind prämiert und weisen eine lückenlose Markierung auf, ansonsten ist nicht immer mit einer durchgängig auf Sicht ausgerichteten Markierung zu rechnen. Mit den Routenbeschreibungen und den Karten in diesem Wanderatlas bzw. mit Hilfe der downloadbaren Tracks (s. S. 3) sollte es aber möglich sein, die Wege zu finden, um die Wanderungen zu genießen. Die Ortsgruppen des Schwäbischen Albvereins und zum Teil die Tourismusämter sind für die Pflege der Wege verantwortlich, da liegt es auf der Hand, dass es in manchen Regionen vorbildlich und in anderen schwieriger ist.
 
Tourenplanung
 
Zentrale Infostelle
 
Schwäbische Alb Tourismusverband, Marktpl. 1, 72574 Bad Urach, Tel. 07125/948106, Fax 07125/948108, www.schwaebischealb.de
 
Beste Reisezeit
 
Die optimale Zeit für die Schwäbische Alb ist von Ostern bis Anfang November. Aber auch im Winter ist es wunderschön, dann allerdings sollten Sie sich kürzere Routen aussuchen. Auf der Alb ist es immer „eine Mütze“ kälter als sonst in Baden-Württemberg und eine Tour durch den Schnee ist kräftezehrender.

Wandelgids 35000 Hikeline Schwäbische Alb West | Esterbauer

Handzame gids met een goede beschrijving van een groot aantal dagtochten in dit gebied. De gids is in spiraalbinding en elke pagina is op scheur- en watervast papier gedrukt. Daar is echt over nagedacht!
 
Länge, Höhenmeter
Die 50 in diesem Buch beschriebenen Wandertouren sind jeweils zwischen 4 und 20 Kilometer lang, im Durchschnitt sind es 11 Kilometer. Sämtliche Strecken sind für durchschnittliche Wanderer gut zu bewältigen. In der Auswahl finden Sie 13 Hochrhöner-Extratouren, Ableger des Hochrhöner-Fernwanderwegs und allesamt zertifizierte Premiumtouren. Viele der Wanderungen sind in ihrer Länge variierbar, sei es durch Nutzung aufgeführter Abkürzungen und Varianten oder durch Koppelung mit benachbarten Touren. Zudem lässt sich ausreichend Zeit für Sehenswürdigkeiten am Wegesrand einplanen. Alle Touren des Buches zusammen kommen auf eine Gesamtlänge von 550 Kilometern. Die Touren sind nach Bundesländern geordnet, 1-13 liegen in Hessen, 14-27 in Thüringen und 28-50 in Bayern.
Die Rhön ist eine Landschaft der Kuppen. So gibt es auf fast jeder Tour einen längeren Anstieg, und die Höhenmeter summieren sich auf Werte zwischen 36 und 642, im Durchschnitt sind es 340 Höhenmeter pro Tour. Manchmal wird es kurz auch etwas steiler, Kletterpassagen gibt es jedoch keine. Die höchste Erhebung der Rhön, die Wasserkuppe, liegt auf einer Höhe von 950 Metern.
 
Wegweisung, Anforderungen
In der Rhön gibt es ein dichtes Netz an Wanderwegen, die in der Regel gut markiert sind. An den meisten Orten treffen Sie auf die Rundwege des Rhönklubs, häufig auch auf die exzellent beschilderten Hochrhöner-Extratouren. Darüber hinaus gibt es verschiedenste regionale Markierungen, bestehend aus geometrischen Formen in verschiedenen Farben. Beim Großteil der Touren wandern Sie nach wechselnder Markierung, nur die Extratouren und einige weitere sind durchgehend einheitlich markiert. Nur selten gibt es Abschnitte ganz ohne Markierung. Hinweise zur jeweiligen Ausschilderung finden Sie auf den jeweiligen Toureninfo-Seiten und im Routentext.
Die Wanderungen verlaufen zumeist auf breiten, gut begehbaren Wald-, Feld- und Wiesenwegen, manchmal auch auf schmalen und urwüchsigen Pfaden. Passagen auf Asphalt beschränken sich im Wesentlichen auf die Ortslagen, einzelne Touren zeigen dennoch einen größeren Anteil an Hartbelag, so die Touren 2, 6, 11, 27, 39 sowie die Stadtspaziergänge.

Wandelgids Hikeline Rhön | Esterbauer

Handzame gids met een goede beschrijving van een groot aantal dagtochten in dit gebied.
Die gesamte Ausdehnung des etwa rechteckigen Pfälzerwaldes umfasst ca. 55 Kilometer in Nord-Süd- und 30 Kilometer in West-Ost-Richtung. Damit ergibt sich das größte zusammenhängende deutsche Waldgebiet. Dieses lässt sich auf einer topographischen Karte von Rheinland-Pfalz leicht von seiner unbewaldeten Umgebung abgrenzen: Im Osten begrenzt das Rheintal als beinahe gerade Nord-Süd-Linie das Mittelgebirge. Im Westen wird die Bewaldung entlang der Linie Pirmasens-Landstuhl abrupt lückenhafter. Im Norden reicht der Wald bis etwa Eisenberg, im Süden grenzt bald das französische Elsaß an Rheinland-Pfalz, welches die UNESCO wegen der durchgehenden Bewaldung gemeinsam mit dem Pfälzerwald als grenzüberschreitendes „Biosphärenreservat Pfälzerwald-Vosges du Nord” ausgewiesen hat.
Geologische Entstehung
 
Das Mittelgebirge geht auf aride Sandablagerungen im Zeitalter der mittleren Trias (vor ca. 230 Mio. Jahre) zurück. Als vor ca. 35 Mio. Jahren die afrikanische und die europäische Kontinentalplatte zusammen stießen, falteten sich nicht nur die Alpen auf, sondern es brach auch entlang einer Schwächezone der Ober­rheingraben ein. Parallel dazu hoben sich die Grabenschultern um mehrere Kilometer an.
An der Oberfläche dominieren Muschelkalke und Buntsandsteine. Letztere treten auf Bergrücken als oft bizarre Felsgebilde auf, oft sind sie im Wasgau und hier speziell im Dahner Felsenland zu sehen. Manchmal werden die pittoresken Felsen auch noch von Burgen gekrönt.
Die oft tiefer eingeschnittenen Täler des nördlichen Pfälzerwaldes erreichen vereinzelt das Format von Schluchten, wie zum Beispiel das Karlstal bei Trippstadt oder rund um die Wolfschluchthütte bei Elmstein. Nach Norden hin werden die Böden zunehmend sandiger.
 
Besonderes Klima und Vegetation
Der Pfälzerwald ist eine klimatisch begünstigte Region: Die Jahresdurchschnittstemperatur liegt in Kaiserslautern bei 9,4 und auf der Hochebene von Pirmasens bei 8,2 Grad, und selbst auf der 553 Meter hohen Weinbiet – nur geringfügig höher gelegen als die Münchner Innenstadt – herrschen im Jahresdurchschnitt noch 7,8 Grad. Zusätzlich schirmt der zentrale Pfälzerwald die überwiegenden feucht-kühlen Westströmungen mit ihren Niederschlägen ab und erzeugt schwache Föhneffekte, sodass im Lee am östlichen Rand des Mittelgebirges eine der wärmsten Regionen Deutschlands liegt. Mit einer Jahresdurchschnittstemperatur von 10,1 Grad gehört sie zu den wärmsten 5% aller vom Deutschen Wetterdienst erfassten Orte in Deutschland, und auch die über 1600 jährlichen Sonnenstunden liegen im oberen Drittel.
Hier verläuft zwischen Bad Dürkheim und Landau auch die 80 Kilometer lange Deutsche Weinstraße, wo das milde Klima neben dem Weinbau auch das Gedeihen von Tabak, sowie Mandel- und Pfirsichbäumen ermöglicht.
 
Streckencharakteristik und Tourengebiete
Das vorliegende Buch beschreibt 50 Touren, zwischen 6 und 19 Kilometern Länge, die zu bewältigenden Gesamtanstiege liegen zwischen 150 und 550 Höhenmetern, so dass vom Spaziergang bis zur ausgewachsenen Tageswanderung für jeden etwas dabei ist. Mit Ausnahme der Touren 24 und 35 handelt es sich um Rundwanderungen. Bei den beiden Streckentouren wurde ganz besonders auf die gute Nahverkehrsanbindung für die Hin- bzw. Rückfahrt geachtet. In jedem Fall gibt es mindestens eine – im Text genannte – Möglichkeit zur Einkehr.
Ziel aller 50 Touren ist natürlich primär das Erleben der Sehenswürdigkeiten, der Burgen und Aussichtspunkte, der Täler und Schluchten, der schönen Ortskerne und der einsamen Pfade, in möglichst angenehmer und zugleich intensiver Form.
 
Wegweisung
Die Beschreibungen der Touren orientieren sich stark an der Wanderwegweisung des Pfälzerwaldvereins (PWV), die in der Regel als ein- oder zweifarbige liegende Balken oder Kreuze an Bäume gemalt, seltener auf gelben Schildern aufgedruckt ist. Einzelne Abschnitte der Touren verlaufen auch auf lokalen Wanderwegen, die meist als schwarze Zahlen in weißen Kreisen an Bäume gemalt oder auf gedruckten Tafeln aufgehängt sind. Hinzu kommen gelegentlich abweichende Markierungen oder Wege, die gänzlich ohne Wegweisung sind und sich nur anhand der detaillierten Beschreibungen in diesem Buch finden lassen. Eine Besonderheit stellen die insgesamt 306 so genannten Rittersteine dar: Diese großen Sandsteinblöcke mit zumeist gelben, eingemeißelten Inschriften kennzeichnen bemerkenswerte Standorte.

Wandelgids Hikeline Pfälzerwald - Pfalz | Esterbauer

Handzame gids met een goede beschrijving van een groot aantal dagtochten in dit gebied. De gids is in spiraalbinding en elke pagina is op scheur- en watervast papier gedrukt. Daar is echt over nagedacht!
 
Streckencharakteristik
 
Länge, Höhenmeter und Anforderungen
 
Die vierzig Touren dieses Buches decken eine große Bandbreite von kurzen Spaziergängen über Halbtages- und Tageswanderungen bis hin zu zweitägigen Bergtouren ab. Dabei sind im Aufstieg zwischen 130 und 1.680 Höhenmeter zu bewältigen. Die angegebenen Gehzeiten verstehen sich als Richtwerte und bewegen sich zwischen 1,5 und 7,5 Stunden. Bei der Auswahl der Routen wurde auf Klettersteige und Touren mit echten Kletterpassagen verzichtet. An einigen der höheren Gipfel können jedoch kurze Schneefelder vorkommen, sowie ausgesetzte und drahtseilgesicherte Abschnitte zu bewältigen sein, an denen man die Hände zur Fortbewegung einsetzen muss. Die Mehrzahl der beschriebenen Touren liegen in der Schwierigkeits-Kategorie „leicht” bis „mittel”. Ausnahmen sind die Anstiege auf den Großen Bettelwurf und den Hochnissl, die wegen des steilen, felsigen Geländes und der großen Höhendifferenz nur von routinierten und konditionsstarken Bergsteigern in Angriff genommen werden können.
 
Wegweisung
 
Im gesamten Gebiet sind alle gängigen Wanderwege rot oder rot-weiß-rot markiert. An Ausgangspunkten und Verzweigungen finden Sie inzwischen fast durchgängig die gelben, weithin sichtbaren Alpenvereinswegweiser. Manche davon geben neben Ziel und Richtung auch dreistufig die Schwierigkeit des Weges sowie die ungefähre Gehzeit an. Ebenso wie die Wege werden auch die Markierungen und Schilder von den zuständigen Alpenvereins-Sektionen oder den Tourismusverbänden kontrolliert und gewartet.
Ihr Urlaub in der Silberregion Karwendel
 
Zentrale Infostellen
 
Tourismusverband Silberregion Karwendel, Münchnerstr. 11, A-6330 Schwaz, Tel. 05242/63240, www.silberregion-karwendel.com
 
Beste Wanderzeit
 
Die beste Zeit für einen Wanderurlaub im Gebirge ist gewöhnlich ab Frühsommer bis Herbst, je nach Höhenlage also zwischen Mitte Juni und Ende September. Außerhalb dieser Zeit kann – vor allem in höheren Regionen – entweder noch oder schon wieder Schnee liegen, was die Anforderungen an Orientierung, Kondition und Trittsicherheit erheblich steigert. Auch im Hochsommer kann ein Wettersturz in Hochlagen Schnee bringen, weshalb man sich vor einer Tour stets nach der Wettervorhersage und den aktuellen Verhältnissen erkundigen muss.
Auch die Öffnungszeiten der Hütten und Almen richten sich nach der Schneelage.

Wandelgids Hikeline Karwendel | Esterbauer

Handzame gids met een goede beschrijving van een meerdaagse tocht in dit gebied. De gids is in spiraalbinding en elke pagina is op scheur- en watervast papier gedrukt. Daar is echt over nagedacht!
 
Länge, Höhenmeter und Etappen
 
Der Hochrhöner führt von Bad Kissingen an der Fränkischen Saale nach Bad Salzungen an der Werra, beide Orte sind mit der Bahn zu erreichen. Am Roten Moor gabelt sich die Route. Die Westroute führt über die Kuppenrhön, die Ostroute über die Lange Rhön. Bei Andenhausen vereinigen sich beide Strecken wieder. Die Route von Bad Kissingen nach Bad Salzungen über die Kuppenrhön hat eine Länge von 138 Kilometer, über die Lange Rhön sind es 119 Kilometer.
Die vorliegende Etappeneinteilung ermöglicht unter Berücksichtigung der Etappenorte, zwischen dem Roten Moor und Andenhausen entweder die West- oder die Ostvariante zu wandern.
 
Wegweisung
 
Der Hochrhöner ist in beide Richtungen mit dem orangefarbenen „Ö“ und „Hochrhöner“ markiert. Die Zusätze „Lange Rhön“ (Ost) und „Kuppenrhön“ (West) kennzeichnen die Varianten. Der vorliegende Führer beschreibt die Begehung von Süd nach Nord. Abseits des Weges gelegene Wanderparkplätze und Siedlungen mit Übernachtungsmöglichkeit sind über Zubringer an den Hochrhöner angebunden, die mit grünem „Ö“, „Hochrhöner“ und „Zubringer“ gekennzeichnet sind. Die sog.
Extratouren, 20 hervorragende Tages-Rundtouren und ebenfalls Premium-Wege, sind immer mit dem roten Anfangsbuchstaben des Tour-Namens gekennzeichnet, z. B. „M“ für Moorweg.

Wandelgids Hikeline Hochrhöner | Esterbauer

Handzame gids met een goede beschrijving van een meerdaagse tocht in dit gebied. De gids is in spiraalbinding en elke pagina is op scheur- en watervast papier gedrukt. Daar is echt over nagedacht!
Der Goldsteig mit seinen beiden Varianten, zugleich Qualitätsweg Wanderbares Deutschland und einer der „Top Trails of Germany“, ist mit insgesamt ca. 660 Kilometern der längste Prädikatsweg in Deutschland und dementsprechend vielseitig. Er passiert in seinem Verlauf fünf Naturparke und einen Nationalpark. Die hier beschriebene Nordroute hat eine Länge von ca. 410 Kilometern. 
Nach dem ersten Teil im Oberpfälzer Wald gabelt sich der Goldsteig in Nord- und Süd­variante. Letztere führt in niedrigeren Lagen regelmäßig durch besiedeltes Gebiet und bietet damit eine ganze Zahl zauberhafter Flusstäler sowie einen wahren Reigen an Städtchen und Burgen. 
Der in diesem Buch beschriebene nördliche Goldsteig verläuft im Vergleich dazu sehr abgeschieden in deutlich höheren Lagen über das „Grüne Dach von Europa“, die größte zusammenhängende Waldlandschaft des Kontinents. 
Charakteristisch für den nördlichen Goldsteig sind die häufigen und besonders weiten Fernsichten – wenn es das Wetter zulässt – und die abgelegenen Schachtenwiesen und Filze in den Hochlagen. Ohnehin ist es vor allem die eindrucksvolle Natur, die die Nordvariante ausmacht. 
Von Marktredwitz wandern Sie durch den Steinwald und das Land der tausend Teiche ins tiefe und verträumte Tal der Waldnaab. Vorbei an einer Reihe von Burgen kommen Sie durch die Wolfslohklamm, wandern zur Goldgräberstadt Oberviechtach und zweigen bald im Prackendorfer und Kulzer Moos auf die Nord­variante ab. Über Thanstein und Rötz erreichen Sie den Bayeri­schen Wald. Es geht weiter nach Waldmünchen und von dort über den Dreiwappenfels nach Furth im Wald. Kurz darauf kratzen Sie beim Burgstall erstmals an der Tausender-Grenze und queren das Tal des Weißen Regen. Bei der Kötztinger Hütte beginnt die bis zum Dreiländereck nicht mehr abreißende Reihe von Tausendern. Noch vor Bayerisch Eisenstein treffen Sie auf den ersten und höchsten unter den hiesigen Gipfeln, den Großen Arber. Danach tauchen Sie für mehrere Tage in die Bergeinsamkeit ab und treffen täglich auf weitere namhafte Gipfel – Großer Falkenstein, Großer Rachel und Lusen beschreiben die nächsten Stationen, bevor Sie in Mauth erstmals wieder auf ein Orts­eingangsschild treffen. Auch die folgenden Etappen führen einsam durch die Berge, nun jedoch wieder mit Einkehrmöglichkeiten und Ortschaften am Weg. Ein letztes Mal geht es von Haidmühle hoch hinauf zum Dreisesselfels an der böhmischen Grenze, von dort hinab über das Steinerne Meer und ein Stück durch Österreich. Beachten Sie in diesem Zusammenhang bitte unbedingt, Ihren Personalausweis mitzuführen. Über zahlreiche Ortschaften, darunter die Granitstadt Hauzenberg, und durch romantische Flusstäler führt Sie der Weg schließlich zur Dreiflüssestadt Passau.
Streckencharakteristik
 
Länge, Höhenmeter und Etappen
 
Auf der Gesamtlänge von 412 Kilometern zwischen Marktredwitz und Passau lassen sich die für Sie passenden Wanderetappen zusammenstellen. Die im Buch empfohlenen 23 Etappen sind jeweils zwischen 9 und 28,8 Kilometer lang. Die jeweiligen Etappenanstiege liegen zwischen 149 und 1.502 Höhenmeter. Höchste Erhebung auf dem nördlichen Goldsteig ist mit knapp 1.456 Meter der Große Arber. 
Die Etappen wurden so gewählt, dass sie von durchschnittlichen Wanderern gut zu bewältigen sind. Einzig die Etappen 8 und 9 sind etwas länger, und auch Etappe 16 kommt auf knapp 27 sehr anspruchsvolle Kilometer. Kürzere Etappen können wahlweise zusammengefasst werden. In den Etappenorten oder unweit davon gibt es jeweils Einkehr- und Unterkunftsmöglichkeiten.

Wandelgids Hikeline Goldsteig 1 | Esterbauer

Handzame gids met een goede beschrijving van een groot aantal dagtochten in dit gebied. 
Fränkische SchweizVor rund 150 Millionen Jahren war ganz Süddeutschland ein Flachmeer, das sich gegen Ende des Oberen Jura aufgrund von geologischen Hebungsvorgängen zurückgezogen hat. Es folgte eine lange Periode mit tropischem Klima und starker Verwitterung der Kalk- und Dolomitgesteine. In der Oberkreide kam es wieder zu einem Vorstoß des Meeres bis ins Tertiär. Charakteristisch sind heute löchrige Kalksteinfelsen, die am Rand von idyllischen Flusstälern steil in die Höhe ragen. Deswegen steht dieses Gebiet auch bei Kletterern hoch im Kurs. Auch zahlreiche Burgen thronen wuchtig auf den Erhebungen. Von den rund 1.000 Höhlen sind einige touristisch erschlossen und beleuchtet und dienen auch als Veranstaltungorte.
Bierland Fränkische Schweiz
Mit etwa 70 Brauereien ist die Fränkische Schweiz die Region mit der höchsten Brauereidichte der Welt. Die Gemeinde mit der höchsten Brauereidichte ist laut Guinness-Buch der Rekorde Aufseß, wo vier Brauereien (im Ortskern und in den Ortsteilen Heckenhof, Hochstahl und Sachsendorf) auf etwa 1.500 Einwohner kommen.
 
Länge, Höhenmeter
Die 50 Touren dieses Buches decken eine große Bandbreite von kurzen Spaziergängen über Halbtages- und Tagestouren ab. Die durchschnittliche Länge einer Tour beträgt rund 10 Kilometer. Die zu bewältigenden Höhenmeter im Aufstieg liegen zwischen 80 und 690. Die angegeben Gehzeiten verstehen sich als Richtwerte und bewegen sich zwischen 1½ und 8 Stunden.

Wegweisung, Anforderungen
Das weitläufige Wegenetz in der Fränkischen Schweiz wird regelmäßig instand gehalten und ist deswegen in bestmöglichem Zustand. Der Großteil der Touren ist markiert, aber die Qualität der Beschilderung ist unterschiedlich, aber stets ausreichend. Trotzdem kommt es gegen Ende der Wandersaison vor, dass einige Markierungen schlecht lesbar oder verwachsen sind, oder an manchen Punkten fehlen – Hier kann ein GPS-Gerät gute Dienste leisten.
Der Großteil der Routen verläuft auf gut begehbaren Wanderwegen, die mitunter schmäler und steiler werden. Es kommen keine ausgesetzten Passagen oder schwindelerregende Höhen vor. Schätzen Sie Ihre konditionellen Fähigkeiten realistisch ein, steigern Sie ihr Tagespensum langsam und tasten Sie sich langsam an die längeren und schwierigeren Etappen heran.

Wandelgids Hikeline Fränkische Schweiz | Esterbauer

Handzame gids met een goede beschrijving van een meerdaagse tocht in dit gebied. De gids is in spiraalbinding en elke pagina is op scheur- en watervast papier gedrukt. Daar is echt over nagedacht!
 
Die Zollernalb und der Donau-Zollernalb-Weg
 
Der Donau-Zollernalb-Weg führt durch drei Landkreise: Sigmaringen, Tuttlingen und der Zollernalbkreis. Er beginnt in Beuron und führt vom Tal der Donau hinauf auf die Zollernalb. In einer Schleife verläuft der Weg bis zum Lemberg bei Gosheim, wo der Donauberglandweg anknüpft.
 
Streckencharakteristik
 
Länge, Höhenmeter und Etappen
 
Der Donau-Zollernalb-Weg besticht vor allem durch seine zahlreichen Pfadabschnitte (22 %) sowie die fantastischen Felsen und unerwartete Ausblicke. In 10 Etappen windet sich der Weg zunächst durch das Tal der Oberen Donau, verläuft danach entlang des lieblichen Laucherttales nach Gammertingen und führt schließlich auf die Albhochfläche und zu den Ausläufern des Albnordrandes. 42 % verlaufen auf naturbelassenen Wegen – eine absolute Wohltat, nur ca. 19 % führen auf Asphaltstraßen oder Teerwegen. Auf 165 Kilometern sind rund 8.000 Höhenmeter zu bewältigen.
 
Das Donaubergland und der Donauberglandweg
 
Streckencharakteristik
 
Länge, Höhenmeter und Etappen
 
Vom Lemberg mit 1.015 Metern in den „Grand Canyon der Schwäbischen Alb“, im Durchbruchstal der Oberen Donau, führt dieser Weg in 4 Etappen auf fast 70 abwechslungsreichen Kilometern und mit ca. 4.500 Höhenmetern. Vorbei an herrlichen Aussichten, schönen Kirchen und Kapellen, albtypischen Wacholderheiden, schroffen Felslandschaften, Höhlen, Schlössern, Ruinen und historischen Städtchen. Rund 40 % des Weges verlaufen auf naturnahen Wegen und romantischen Fußpfaden, 50 % auf Wander- und Forstwegen und nur etwas mehr als 10 % auf Asphalt.

Wandelgids Hikeline Donau-Zollernalb-Weg, Donauberglandweg | Esterbaue

Handzame gids met een goede beschrijving van twee meerdaagse tochten in dit gebied. De gids is in spiraalbinding en elke pagina is op scheur- en watervast papier gedrukt. Daar is echt over nagedacht!
Diemelsteig
 
Der Diemelsteig als „jüngstes Kind“ in der Reihe der touristischen Attraktionen im Hochsauerland ist ein lohnender und prämierter Wanderweg. Beginnend in Diemelsee-Heringhausen führt er über Rhenegge nach Adorf, weiter über Wirmighausen, Flechtdorf und Deisfeld nach Schweinsbühl. Nach Hemmighausen verläuft der Diemelsteig ein Stück gemeinsam mit dem Uplandsteig nach Ottlar. Vorbei an der Diemelstaumauer entweder nochmals steil hinauf zum Eisenberg und zur St. Muffert-Klippe oder direkt zurück nach Heringhausen. Eine weitgehend naturbelassenen Wegeführung, dazu herrliche Ausblicke, Wiesen und weite Felder im stetigen Wechsel. Der Diemelsteig hat 2008 das Prädikat „Qualitätsweg des Deutschen Wanderverbandes“ verliehen bekommen. Er lässt sich am besten in 3 oder 4 Etappen erwandern.
 
Streckencharakteristik
 
Länge, Höhenmeter und Etappen
 
Insgesamt beträgt die Weglänge des Diemelsteiges 55 Kilometer – wenn Sie die längere Variante wählen, kommen Sie auf 63 Kilometer. Er verläuft auf über 50 % naturbelassenen Wegen, nur 16 % verlaufen auf Asphalt. Die 1.200 Aufstiegshöhenmeter werden am besten in 3 Etappen zu 13 bzw. 20 und 22 Kilometer bewältigt. Bei der dritten Etappe bietet sich die zusätzliche Möglichkeit, über den Eisenberg zu gehen – wodurch die Länge von 22 auf etwa 30 Kilometer ansteigt. Den Höhepunkt bildet sicher der Diemelsee, aber auch die sanften Hügellandschaften, deren herrliche Wiesen und Weideflächen schöne Aussichten bieten, lohnen sich. Kleine Bachläufe erinnern den Wanderer unterwegs immer wieder an den Diemelsee.
 
Wegweisung
 
Die Route des Diemelsteigs ist durchgängig mit einem weißen „D“ auf grünem Grund markiert. Wenn Sie eine neue Rastbank sehen – aufgepasst: Fast immer stehen sie dort, wo es auch einen Richtungswechsel gibt. In einzelnen Abschnitten muss man an Kreuzungen etwas überlegen. Aber mit Hilfe der Karte und der Wegbeschreibung ist der Weg problemlos zu gehen.
 
 
Streckencharakteristik
 
Länge, Höhenmeter und Etappen
 
Der Uplandsteig – mit einer Länge von 64 Kilometern – verläuft auf über 45 % naturbelassenen Wegen, nur 12 % auf Asphalt. Der Feld - und Schotterweganteil liegt bei 43 %. Der Uplandsteig ist ein anspruchsvoller Wanderweg, der in vielen Teilen naturbelassen ist, also auch über unbefestigte Wege verläuft. Bei feuchter Witterung ist der Weg stellenweise matschig oder gar sumpfig (ab Kilometer 49). Insgesamt sind 1.500 Höhenmeter zu überwinden, was den Uplandsteig schon zu einer sportlichen Tour macht. Die größten Steigungen sind vor allem auf den ersten 15 Kilometern vorzufinden.
 
Wegweisung
 
Das Wegzeichen ist durchgängig das Weiße „U“ mit Welle auf schwarzem Grund. An hölzernen Pfählen sind auch immer noch zusätzlich Markierungen angebracht.
Zwei auf einen Streich: Diemel- und Uplandsteig
 
Auf der Gemarkung Ottlar treffen Upland- und Diemelsteig zusammen. Sportlich ambitionierte Wanderer können somit beide Wege miteinander verbinden und haben dann über 120 Kilometer herrlichen Wandergenuss. Wo genau Sie auf den jeweils anderen Weg wechseln können, sehen Sie in den einzelnen Karten bzw. wird auch im Text darauf hingewiesen.

Wandelgids Hikeline Diemelsteig, Uplandsteig | Esterbauer

Handzame gids met een goede beschrijving van een groot aantal dagtochten in dit gebied. De gids is in spiraalbinding en elke pagina is op scheur- en watervast papier gedrukt. Daar is echt over nagedacht!
 
Insgesamt besticht das Tourenangebot durch eine unglaubliche Landschaftsvielfalt. Einfachere Wanderungen mit geringen Höhenunterschieden direkt am Seeufer mit fast mediterranem Flair, oft auch gut mit Besichtigungen oder einem Bad im klaren Wasser zu verbinden, sind zum Beispiel die Touren 6, 8, 12 oder 38.
Vor allem rund um den Überlinger See gibt es die charakteristischen Steiluferlandschaften. Die Kombination von manchmal tief eingeschnittenen Bachgräben, den Tobeln, mit schönen Seeblicken ergeben eine reizvolle Kulisse für die Touren 2-5 und 34-36.
Im Hegau, dem Hinterland im Nordwesten des Sees, stehen in einer flachen Landschaft steile, kegelförmige Hügel. Diese Überreste längst erkalteter Vulkane können Sie auf den Touren 16-19 erkunden.
Last but not least besuchen Sie auf den Touren 9, 10, 32 und 33 verschiedene Naturschutzgebiete, wie Flusstäler oder Aulandschaften.
 
Länge, Höhenmeter
 
Die vierzig Touren in diesem Buch umfassen kurze Spaziergänge für Einsteiger oder Kinder (5,7 Kilometer) sowie längere Wanderungen mit einigen Aufstiegen (bis zu 17,7 Kilometer). Bei den Touren entlang des Bodensees gibt es so gut wie keine Höhenmeter, im Hinterland können die zu bewältigenden Höhenmeter pro Tour bis zu 670 betragen (beispielsweise auf den Pfänder hinauf.
 
Anforderungen
 
Allen Touren gemeinsam sind die eher geringen konditionellen und technischen Anforderungen. Die Gehzeiten der vorgestellten Wanderungen liegen meist unter vier Stunden. Oft geht es über breite Wirtschaftswege und Forststraßen, aber auch die schmäleren Pfade sind immer gut zu begehen. Bei Nässe können einzelne Passagen etwas schwieriger werden, darauf wird im Text aber gesondert verwiesen.
 
Wegweisung
 
Die Wege sind dank der Arbeit der verschiedenen Wandervereine generell gut markiert, an den Verzweigungen finden Sie oft weithin sichtbare gelbe Wegweiser, aber auch ältere lokale Beschilderungen kommen vor.
Bis auf wenige Ausnahmen wurde auf eine Begehung unmarkierter Wege verzichtet.

Wandelgids Hikeline Bodensee Hegau | Esterbauer

This map represents a major change for ITMB. It is completely new artwork, using the latest satellite downloads, and is GPS compliant. The contouring is superb, the roads easy to read, and the rivers clearly shown. Naturally, all towns and touristic sites have been included and the map is fully indexed. New features for this edition, apart from the artwork itself, is the use of plastic paper and the inclusion of a detailed map of Honolulu from Waikiki to Pearl harbour. All the state's islands have been included, with Big Island and Oahu on one side, and Maui and the other islands on the reverse. This map is a huge improvement.

Reisboekwinkel de Zwerver B.V.

Afhalen of bezorgen

Wandelgids Hikeline Wanderführer Madeira | Esterbauer

Boeken & Tijdschriften

Wandelgids Hikeline Meran | Esterbauer

Boeken & Tijdschriften

Wandelgids Hikeline Paznaun | Esterbauer

Boeken & Tijdschriften

Wandelgids Hikeline Donausteig | Esterbauer

Boeken & Tijdschriften

Wegenkaart - landkaart 354 Dolomieten - Trentino - Alto Adige | Michel

Boeken & Tijdschriften

Wegenkaart - landkaart 356 Friuli - Venezia Giulia | Michelin

Boeken & Tijdschriften

Wegenkaart - landkaart 201 Karpathos - Kassos | Road Editions

Boeken & Tijdschriften

Wandelkaart - Topografische kaart 1115 Säntis | Swisstopo

Boeken & Tijdschriften

Wandkaart Frankrijk – France, 111 x 100 cm | Michelin

Boeken & Tijdschriften

Wandelgids Hikeline Vogtland Panorama Weg | Esterbauer

Boeken & Tijdschriften

Wandelgids Hikeline Thüringer Wald | Esterbauer

Boeken & Tijdschriften

Wandelgids Hikeline Taunus | Esterbauer

Boeken & Tijdschriften

Wandelgids Hikeline Naturpark Südschwarzwald | Esterbauer

Boeken & Tijdschriften

Wandelgids 35000 Hikeline Schwäbische Alb West | Esterbauer

Boeken & Tijdschriften

Wandelgids Hikeline Rhön | Esterbauer

Boeken & Tijdschriften

Wandelgids Hikeline Pfälzerwald - Pfalz | Esterbauer

Boeken & Tijdschriften

Wandelgids Hikeline Karwendel | Esterbauer

Boeken & Tijdschriften

Wandelgids Hikeline Hochrhöner | Esterbauer

Boeken & Tijdschriften

Wandelgids Hikeline Goldsteig 1 | Esterbauer

Boeken & Tijdschriften

Wandelgids Hikeline Fränkische Schweiz | Esterbauer

Boeken & Tijdschriften

Wandelgids Hikeline Donau-Zollernalb-Weg, Donauberglandweg | Esterbaue

Boeken & Tijdschriften

Wandelgids Hikeline Diemelsteig, Uplandsteig | Esterbauer

Boeken & Tijdschriften

Wandelgids Hikeline Bodensee Hegau | Esterbauer

Boeken & Tijdschriften

Wegenkaart - landkaart Hawaii & Honolulu + Hawaiian Islands | ITMB

Boeken & Tijdschriften

Verkennen

Legal

Over Zupr

Contact